vrijdag 16 september 2016

Nieuws: Het bruine bosbeest

Toen ik klein was, las ik in dinoboeken altijd dat we nooit zouden weten wat voor kleur dino's hadden. Kleur fossiliseert niet. Daarom hebben dino's op elke afbeelding andere kleuren: de artiest is min of meer vrij om ze elke kleur te geven die hij wil. Natuurlijk is de ene keuze logischer dan de andere; een klein dier dat in de bossen leefde had misschien een schutkleur, terwijl een beest met opvallende aandachttrekkers misschien ook opvallend gekleurd was. Een vleeseter wil niet dat zijn prooi hem ziet voor het te laat is, dus die is waarschijnlijk zo gekleurd dat hij één wordt met zijn omgeving, net als een tijger.

Dus niet zo.
Als je ooit wilde weten hoeveel de wetenschap sindsdien is opgeschoten: dit is niet langer het geval. Er is een handvol dino's waarvan we nu daadwerkelijk de kleur hebben kunnen achterhalen! Hoe cool is dat?

Dat is vooral mogelijk bij dino's waarbij de veren bewaard zijn gebleven. Kleur zelf blijft niet bewaard, maar je kunt soms sporen van pigment aantreffen op de veren. Pigment is de stof die over het hele lichaam voor kleur zorgt. Veel pigment zorgt voor een donkere kleur. Albino's hebben geen pigment.

Het fossiel van Microraptor, een dinosaurus met veren. We hebben pigment op de veren gevonden.
Door naar pigment te zoeken, weten we nu van een aantal dino's wat voor kleur ze hadden. Microraptor, hierboven, was bijvoorbeeld glimmend zwart, net als een kraai. Sinsauropteryx, een kleine vleeseter, was roodbruin en had een gestreepte staart. En de vogelachtige Anchiornis had een patroon van grijs, wit en zwart met een rood kammetje.
Anchiornis met kleur. Afbeelding: Matt Martyniuk
Tot kort geleden hebben we alleen bij dino's met veren de kleur kunnen achterhalen. Deze week verscheen een onderzoek waaruit bleek dat het nu ook bij een dino met schubben is gelukt: Psittacosaurus. Psittacosaurus is een kleine planteneter uit China. Het is een vroege ceratopsiër, een familielid van Triceratops. Hij is ongeveer een meter lang, loopt op twee poten en heeft een papegaaienbek. Het is één van de meest gevonden dinosauriërs: we hebben honderden exemplaren, waarvan sommige heel goed bewaard.
Psittacosaurus, nog zonder de nieuwe kleuren. Afbeelding: Nobu Tamura
Psittacosaurus had wel veren, maar niet veel: een bosje stevige, stekelachtige veren op de staart. De rest van zijn huid was bedekt met schubben. Een team onder leiding van paleontoloog Jakob Vinther heeft pigment in de schubben kunnen vinden. Hieruit bleek dat deze dinosaurus op zijn rug veel donkerder gekleurd was dan op zijn buik. Het team werkte samen met de kunstenaar Robert Nicholls, die, heel precies, Psittacosaurus heeft nagebouwd, op ware grootte, zoals hij er in het echte leven uit moet hebben gezien. Mét de juiste kleuren.

Nicholls' model. Naar eigen zeggen "de meest accurate dinosaurus ooit".

Waarom was Psittacosaurus zo gekleurd? Dat heeft met de zon te maken. Het zonlicht komt van boven, en in de zon ziet de rug van een dier er lichter uit dan zijn buik. Een donkere rug kan een schutkleur zijn: als de zon erop schijnt, lijkt de rug dezelfde kleur te hebben als de buik. Zo valt het dier veel minder op in de zon, en kan een vleeseter hem minder goed zien.

Ook een gazelle heeft een donkere rug en een lichte buik.
Het team van Vinther heeft het model van Nicholls in allerlei verschillende omgevingen neergezet; in het open veld en in het bos, waar door de schaduw van de bomen minder zonlicht is. De schutkleur van Psittacosaurus bleek het beste te werken in het bos; daar was hij het minst goed te zien. De conclusie van het team is dat Psittacosaurus een bosbewoner is geweest, die zich tussen bomen en struiken voor vleeseters verstopte.

Het cirkeltje is nu rond: vroeger moesten we uit de omgeving proberen af te leiden wat voor kleur een dinosaurus waarschijnlijk had. Nu kunnen we aan de hand van de kleur afleiden in wat voor omgeving hij leefde!

Meer lezen?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten